Spelregels
- Er wordt altijd gespeeld door 2 teams.
- Je speelt 1 tegen 1, 2 tegen 2 of maximaal 3 tegen 3.
- Bij 1 tegen 1 en bij 2 tegen 2 speelt iedere speler met 3 boules en bij 3 tegen 3 speelt iedere speler met 2 boules.
- Het team dat de toss wint gooit, met de beide voeten binnen de werpcirkel, het but tussen de 6 en 10 meter en minstens 50 cm van de zijkant,
- Deze speler probeert een boule zo dicht mogelijk bij het but te plaatsen. Er mag vanuit een staande positie gegooid worden of vanuit een gehurkte positie.
- Vervolgens probeert een speler van het andere team een boule dichter bij het but te plaatsen of de boule van de tegenstander, die het dichts bij het but ligt, weg te schieten.
- Daarna moet het team, waarvan de boule NIET het dichts bij het but ligt, net zo lang gooien tot dat wel zo is.
- Als een team geen boules meer heeft, kan de tegenpartij proberen nog meer boules beter te plaatsen.
- Als alle boules gespeeld zijn, krijgt het winnende team net zoveel punten als het aantal boules dat beter ligt dan de beste boule van de tegenpartij.
- Het team dat een speelronde wint begint de volgende ronde in de werpcirkel aan de overzijde van de baan en werpt vandaar uit het but weer.
- Het team dat het eerst 13 punten heeft is de winnaar.
- Het verliezende team moet de baan vegen met de mat.
